Willem Dommerholt

Willem Dommerholt, Als klein kind heb ik met het paard vaak mee mogen helpen ploegen en maaien, hooi schudden en eggen enz. Het gras en haver en rogge werd met de maaimachine gedaan met het paard ervoor. Het had twee ijzeren wielen en een zitje waar je lekker achter het paard kon mee hobbelen, het zat op een soort veer. Als dat paard geen zin meer had kon je het vergeten dan liep hij geen meter verder meer. De rogge en haver en de gerst werd eerst gemaaid dat gebeurde ook vaak nog met een sikkel. Boer Willem kon dit als de beste, na het slijpen van het mes ging hij met sierlijke lange halen door de rogge en de haver. Vervolgens liepen we dan over het land om precies zoveel arenden te pakken genoeg voor een bos waar je dan weer een bosje stro omheen deed met een draaiende beweging om alles bij elkaar te houden. Dan werden ze allemaal in schoven van vier a vijf bossen rechtop bij elkaar gezet. Dit om ze nog wat verder te laten drogen voordat ze gedorst werden. Regelmatig mocht ik mee naar de molen van de fam Noordkamp. Ook alleen soms, je zat dan heel stoer op de bok dacht dan dat je het paard zelf stuurde maar hij kende de weg precies en bracht je na een bezoek aan de molen scheten latend vanzelf weer naar huis. Ook heb ik daar leren vloeken, als klein ventje als we achter die knol liepen, de boer riep constant vort godverdommese rot knol vort lopen g.v.d enz. Als klein ventje neem je dat natuurlijk gauw over. Wat mijn ouders natuurlijk minder leuk vonden want die hadden daar juist een vreselijke hekel aan. Ook kreeg ik pruimtabak waar ik met dichtgeknepen ogen op zat te kauwen en daar werd ik stront ziek van natuurlijk ha ha. Daar had de boer dan weer een hoop plezier van. Helpen op het land deed ik altijd, zodra de boer op het land was, was ik er ook. De werkzaamheden bestonden uit het rapen van aardappelen het trekken van knollen, suikerbieten, het maaien van gras hooien rogge maaien schoven zetten en dorsen. De knollen hadden een scherpe smaak maar waren ook heel lekker vond ik. Het was ongeveer de smaak van een radijs. Nu zoek ik ze nog wel eens als we een eindje aan het rondtoeren zijn, maar je ziet ze niet meer. Ze werden gebruikt om de koeien bij te voeren. In de winter werden ook de suikerbieten gemalen in een hakselmolen die nog met de hand aangedreven werd en aan de koeien gevoerd. Hij had er maar een stuk of vijf denk ik op de deel staan plus het paard. Het was nog een echt keutel boertje die zichzelf nog kon bedruipen en leefde van de opbrengst van zijn kleine stukje grond en de dieren die hij had! Nog nooit van landbouw subsidies e.d gehoord denk ik. We hebben het over de jaren vijftig van de vorige eeuw natuurlijk. Ook zei hij vaak hier heb je een cadeau van me en dan kreeg je een uitgekauwde pluk pruimtabak in je hand gedrukt. Als klein ventje mee helpen en op de bok zitten toen de gierton over het weiland uitgestrooid moest worden. Ja, en wilde natuurlijk zelf de klep open zetten en zat toen van boven tot onder, onder de stront en stonk een uur in de wind. Mijn moeder was daar dus allemaal helemaal niet blij mee allemaal en dacht vaak was ik maar in Deventer blijven wonen. Wat ook leuk was, was in de zomer dan kwam de dorsmolen bij hem een machine waar alles aan kon draaien en bewegen. Je ziet ze soms nog op een van de oogstfeesten in het land. Neem dan is gewoon even de tijd als ze het apparaat laten draaien. Het is echt net een kermis attractie. Prachtig vond ik dat. Daar heb ik dan ook vaak mee geholpen dan kwamen ook de buren en zoon Frits Dommerholt helpen. Buiten stond vaak een grote ketel waar heel veel uitgelopen en overgebleven aardappelen in werden gekookt voor de varkens. Dat kon gewoon nog met een stel blokken hout er onder. De varkens zaten in de schuur naast de boerderij waar ook de kalfjes in zaten waar je dan mee mocht helpen om ze wei te laten drinken uit een emmer. Overal liepen katten die spontaan geboren werden op het erf. Muizen waren er genoeg voor de katten. Katten voer kregen ze niet ze moesten werken voor de kost. Muizen vangen dus. In de twee hooibergen kon je met je vriendjes uren doorbrengen en sterke verhalen vertellen zonder dat de boer wist dat er volk op het erf was. Of gewoon met de kleine poesje spelen die prachtige nestjes hadden in de hooiberg. Ook zijn pruimen, peren en appelbomen waren niet veilig voor ons! Zoals ook zijn roeiboot! Die we regelmatig van hem leenden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten