Johan Nijland

Johan Nijland Een keer per jaar kwam de slager en werd er een groot levend varken op de ladder geknoopt en wel zo dat hij met zijn kop naar beneden kwam. Vervolgens met een aantal mannen rechtop gezet voor het huis. Dan kwam de slager in actie en werd de keel doorgesneden, Het varken schudde dan nog even wat heen en weer, en al het bloed werd keurig in emmers opgevangen. Dat moest weer voor de bloedworst gebruikt worden. En de balkenbrij natuurlijk niet te vergeten. Het varken werd dan nauwkeurig in de lengte doormidden gehakt en werd dan geheel geslacht om er worsten, karbonades en alles wat er van zo’n varken gebruikt kan worden van zijn botten gehaald. Dat ging in grote bakken waar vervolgens de boerin en familie allemaal al met smacht op werd gewacht en in de bijkeuken snel verwerkt moest worden in glazen potten om ze in te wekken. Je had nog geen koelkast dus alles moest direct verwerkt worden. Zij hadden veel koeien en wel 8 Belgische knollen en deden daar alle werkzaamheden mee die op een boerderij voorkomen. Beresterk waren die paarden als ze voor een grote wagen stonden met hooi dan spanden ze alle spieren samen om op gang te komen. Ook hier natuurlijk altijd geholpen met hooien e.d. Noaberschap heet dat in de achterhoek. Ook vaak geholpen met de geboorte van kalfjes wat soms vanzelf ging maar vaak ook niet, en moest er flink aan getrokken worden. Touwen om de poten en trekken maar. Ook werden er natuurlijk regelmatig veulentjes geboren, soms twee tegelijk! In de grote stallen was het zoals ik eerder al had geschreven altijd aardedonker en alleen een paar spaarzame lampen werden aangedaan als men aan het werk was de stalramen waren heel erg klein in de stal, de koeien en paarden stonden verder altijd in het bijna duister. De laatste telg van de familie Johan is in mei 2009 overleden ik dacht op 82 jarige leeftijd. Hij heeft een prachtige stijlvolle begrafenis gehad. Op één van zijn platte wagens is hij gedragen en door zijn eigen paarden voortgetrokken door zijn weilanden over de dijk langs de IJssel naar de begraafplaats in Gorssel gereden. Bij de boerderij van fam Nijland staat één van de dikste eiken bomen van het land denk ik. De verhalen in oude boeken vertellen dat Napoleon op zijn trek door ons land hier zijn bivak had opgeslagen. De weg stond daar waar deze boer woonde en ook op de plek van de dikke eikenboom vaak onderwater. S’ morgens ging je op de fiets naar school en tussen de middag kon je er niet meer doorheen om naar huis te fietsen. Je moest vervolgens weer terug naar het dorp om via de kletterstraat en de Weertsweg en door het bos weer naar huis. Een eind om fietsen dus. Het grondwater kwam op als het hoge water in de IJssel zakte. De schuren en de straat stonden dan helemaal blank en vaak ben ik daar natuurlijk ook wel met fiets en al door gecrost als de trappers van de fiets nog boven het water bleven. Van ons huis uit konden we dat vanuit onze kamer prachtig zien. Doordat we regelmatig de bomen en de struiken van het bos voor ons huis snoeien om zicht te houden wat er op de weg gebeurde. Regelmatig zag je een auto aankomen die dacht er wel door te kunnen. Mooi niet dus en bleven dan halfweg steken. Om vervolgens weer door de Belgische knollen op het droge getrokken te worden. Als je de weg kende wist je dat je vanaf het dorp komende rechts moest blijven rijden en er dan wel door kon in het begin dat het opkomend water was. De klinker weg was namelijk behoorlijk scheef gezakt in de loop van de jaren. Ook in de winter zat het vaak dicht als er sneeuw lag dan had je van die stuifsneeuw wallen waar je tot over je middel in zakte. Als het bevroren was tijdens hoogwater kon je er gewoon met de auto overheen rijden. Schaatsen hebben alle bewoners van de weg geleerd in de weilanden van de fam Nijland.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten